Silverthorne uit, Hartsel en Pueblo

11 juni 2018 - Pueblo, Colorado, Verenigde Staten

De tweede dag in Silverthorne heb ik uitgeslapen, weer uitgebreid gedoucht, m’n fiets opgehaald, naar de supermarkt geweest en ingepakt.
In de namiddag weer naar de Bakers’ Brewery. Terwijl ik zit te mailen, gaat Steve naast me zitten. Hij heeft een huis in de bergen en komt hier regelmatig. Hij is belangstellend naar mijn fietsproject en stelt vragen over Nederland. Hij weet meer over Europa dan ik. Zijn familie komt oorspronkelijk uit Servië. Zijn grootvader was meubelmaker en timmerman, zijn vader is begonnen als timmerman, vooral van huizen en is doorgegaan in de ‘real estate’. Steve heeft de zaak overgenomen.
Hij is algemeen ontwikkeld en onderhoudend.
Ik zit me nu zeer af te vragen of ik hierbij zal laten. Mijn ouders lezen immers mee. Maar ik ga toch verder en heb dan nog wel ruim de tijd om te bedenken of ik het ook op de blog zet.
‘I think you and I should have sex.’
Ik zeg hem dat ik het als een compliment opvat, maar dat ik de noodzaak niet zie. ‘Man, look at you. You’re hot.’, nog meer complimenten van vleselijke aard en Steve heeft vrij concrete ideeën over wat hij met me van plan is. Niet heel inventief, maar ik voel me vereerd en vind het vermakelijk.
Op een gegeven moment zeg ik: 'No, it’s not going to happen.’
'What if I tell you I’m a millionaire ...’
Ik kijk hem aan.
‘Is not gonna make a difference, huh?!
Steve gaat naar de wc, komt nog even terug, gooit een stapel biljetten op de bar en loopt weg.
De eigenaar komt later nog even bij me.
'Did you turn him down? He’s loaded. Did you know that?’
‘No on both.’,  zeg ik.

Vanuit Silverthorne naar Breckenbridge was prachtig fietsen over bijna twintig mijl fietspad. Er wordt daar veel gefietst. Vooral racefietsen. Mensen op leeftijd; stellen in hetzelfde fietspakje die er nog hartstikke fit uitzien. Het was daar hartstikke druk. Net Terschelling!
In Breckenridge weer op Hwy 9. Nu gaat het beginnen, dacht ik. De eerste zeven mijl ging nog wel. Dat wil zeggen: Ik blijf last van de hoogte houden, maar het was nog niet stijl. Toch, als ik een heuvel op moet, of ik versnel even, raak ik buiten adem. Een uur terug was ik een stuk met Monique opgefietst. Ze woont in Breckenridge en vertelde dat zij er nog altijd last mee heeft, al woont ze hier al jaren.
De volgende zeven mijl was heel, heel zwaar. Ik ben twee keer van de fiets afgestapt na een speldenbocht. En ik ben twee keer gevallen, omdat ik weinig snelheid had en omdat het reactievermogen met de hoogte afnam.
Na uren afzien, zag ik het bord.
Ik ben er. Ik heb het gedaan. Het hoogste punt. Ruim tweederde van mijn fietstocht zit  er op.
‘Yeaeah, you made it!’, zegt een vrouw die met twee lawaaikinderen bij het bord staat. Hoewel ik het heel leuk vind, reageer ik niet. Ik ben helemaal kapot en moet huilen. Weerstand is heel, heel laag.
Het is druk boven. Auto’s rijden het parkeerterrein op, mensen stappen uit en fotograferen zichzelf bij het bord, stappen weer in hun auto en rijden weg. Ik erger me. Ik wil graag een foto alleen van mezelf en het bord. Ik heb het op de fiets gedaan! Sodemieter op! Laat me erbij!
Het is half twaalf 's avonds in Nederland. Ik bel, m’n vader neemt op. Ik wil zo graag m’n prestatie delen.
De Hoosier Pass.
Begin van het einde.

Naar beneden, is eerst stijl, maar wordt geleidelijker. Afdalen is goed te doen.
De andere kant van de bergen ziet er heel anders uit. Het is geel en dor tussen Alma en Hartsel.
Dat had ik niet verwacht in Colorado - Kansasachtige droogte.
Voorbij Fairplay kom ik een kleurrijke soortgenoot tegen. Het is Jorge uit Duitsland. Hij fietst dwars door de VS om geld op te halen en aandacht te vragen voor kinderen met ernstige ziektes. Hij doet onderweg zoveel mogelijk ziekenhuizen aan. Eén dezer dagen heeft hij een afspraak in Denver.
Hij vertelt ook dat hij een andere route heeft moeten nemen vanwege de branden in Djurango Colorado die uitbreiden.
Ik ben om een uur of zes in Hartsel. Moe en trots op mezelf.
Volgens mijn kaart is in Hartsel een gelegenheid voor fietsers. Wie weet, kom ik weer in een oude kerk terecht. Bij het benzinepompstation wordt me verteld dat ik bij het café moet vragen. Aldaar zegt de eigenaresse dat ik achter het café m’n tent op mag zetten.
Het is een droog veldje met picknickbanken, allerlei verschillende stoelen, de meesten omgevallen, een oude groene koets, afvalcontainers, lege dozen …
Ik loop terug om te vragen of het hier de bedoeling is. Een jonge meid die zit te roken en bier te drinken, vraagt ‘Hey, did you do The Pass today?!’
‘Yes, I did.’
Ze klapt en geeft me een knuffel. Wat leuk! Ik moet bijna weer huilen.
Het is Shaun. Ze woont een paar mijl verderop. Ik maak ook kennis met Steve en Eric. Steve is een local en Eric is een soortgenoot. Hij is ook net aan komen fietsen en overwoog nog naar Fairplay te fietsen ‘but I don’t have it in me.’ Hij is uit Pueblo komen fietsen vanmorgen – dik honderd mijl! Eric ziet er fit en afgetraind uit. Zijn hippe fiets staat tegen het hek. Hij is ook bepakt als een professional: bagage aan en onder het stuur en onder het zadel. Hij heeft geen bagagedrager.
Ik complimenteer hem met zijn prestatie.
Tijdens het tent opzetten, tanden poetsen en wassen in de open lucht, het is nog prachtig weer, maken we kennis. Hij werkte in de farmacie, maar heeft z’n baan opgezegd. Hij woont in de buurt, in Denver, maar is een paar weken geleden begonnen met fietsen aan de oostkust. Als we klaar zijn met tent en toilet nodig ik hem uit voor een biertje.
‘Well, I don’t drink alcohol, but yeah, a juice would be nice.’
Hij vertelt dat hij gestopt is met drinken, omdat hij MS heeft. Hij heeft zichzelf een biertje beloofd aan het einde van de TABT, in Astoria Californië.

Eric is, zoals hij had aangekondigd, weg als ik wakker wordt.
Ik heb een motivatiedip. Geen zin in fietsen vandaag. Het hoogste punt gehad, het grootste deel van mijn fietstocht zit er op, ik weet nu wat het is. Het enige waar ik nu nog naartoe leef, is het zien van m’n zusje en haar gezin. Nog vierhonderd hete mijlen.
Ik pak rustig aan in. Het is om negen uur ook al te warm om haast te maken. Ik moet nodig naar de wc, maar de saloon is dicht. ’s Nachts doe ik het buiten, maar overdag, midden in het dorp, doen we dat natuurlijk niet. Nu en dan knijpen en aandrang wegpuffen of even gaan zitten. Ver na tien uur heb ik alles bij elkaar. Ik fiets naar het benzinepompstation, een kwart mijl terug. Daar ga ik naar de wc en poets ondertussen m’n tanden. Er staat een rij als ik uit de wc kom.
Hartsel op zich is niet veel, maar het is een dorp langs Hwy 9 waar veel toeristen doorheen komen. Groepen motorrijders, grote campers met auto’s erachter, cabriolets, oldtimers en alles wat rijdt.
Als ik mijn flessen water afreken, zegt de dame achter de toonbank: ‘Be aware for the guys. Not all men are nice.’
‘She’ll be safe. I’m working today.’, reageert een jongeman in werkkleren achter mij.
Ik moet lachen.
Buiten klopt hij me op de rug met: ‘Take care, hon.’
De andere kant op: richting Canon City, Pueblo, West-Kansas.

Als ik goed en wel onderweg ben, fiets ik lekker. Om mij heen bergen en canyons zover ik kan kijken, maar niet van die eng hoge. Om twee uur is het bloedheet. Ik stap af van m’n plan Canon City te halen en spreek met mezelf af dat de eerste camping mijn stop voor de dag wordt. Tien mijl voor CC is er één. Het is bijna half vier. Ik ben op Hwy 50 en heb bijna zoveel mijl gefietst. Toch nog netjes, vind ik zelf.
Prospectus RV Resort is een mooie camping. Ik heb een ruime plek tussen de bomen, het heeft een zwembad, hot tub, grote speeltuin en lawaaikinderen. Ik houd niet van lawaaikinderen en al helemaal niet als hun ouders van hetzelfde soort zijn. En in dit geval is dat zo.
Het uitzicht is bijzonder. Ik kijk uit op hoge canyons met daarboven een paarse wolkenmist die van kleur verandert naarmate de zon verder zakt. Ik maak foto’s, maar ze worden niet geweldig. Macy, dochter van de campinghouders geeft me tips.
Mike legt uit dat de kleuren te maken hebben met de grote branden die er om ons heen zijn. Mike, man van mijn leeftijd, woont op de camping. Austin, dertien jaar, ook - samen met zusje Olivia en ouders. Hij komt bij ons zitten. Als Mike hem vertelt dat ik door de VS fietst, stelt hij allerlei vragen: ‘Isn’t it tiring?’, ‘What do you do when you need to go?’, ‘Have you cycled in the dark?’, ‘Did you see bears?’, ‘What’s the nicest place you’ve been so far?’ …
Bij de laatste vraag, zeg ik hem dat ik dat een goede vraag vind en dat ik even na moet denken. Of een plaats ‘nice’ is of niet heeft vooral te maken met de mensen die ik tegenkom, vertel ik Austin. Hij is het met me eens. Hij heeft allerlei vriendjes op de camping en daarom vindt hij het hier zo leuk. Ik vraag hem of het niet moeilijk is, omdat campinggasten ook altijd weer weg gaan, dus vriendjes ook. Hij schudt z’n hoofd. ‘There’ll always be new ones.’
Door de leuke gesprekjes met Austin, Mike, Macy en Sarah, moeder van Macy, kan ik de andere lawaaimensen beter hebben. ’s Avonds is er een kampvuur. Ik ga laat m’n tent in en slaap heerlijk.

Pas om een uur of elf zit ik op de fiets. Het is bloedheet. Het fietsen gaat vooral naar beneden. Regelmatig behoorlijk stijl. Ik vind het eng. Door de warmte is mijn reactievermogen en weerstand minder.
Bij Wetmore ben ik de canyons uit, door m’n water heen en kapot. Volgens mijn gegevens is hier een supermarkt en een restaurant, maar nee.
Blaffende honden, een trillend hete lucht, nog twintig mijl naar Pueblo en hoofdpijn.
De eerste pickup die me achterop komt, verzoek ik te stoppen en vraag of er water in Wetmore is. ‘Where do you need to go?’ Ik zeg dat ik Pueblo hoop te halen. ‘Let’s get your bike in the back then.’ Wat een zegen!
Doug woont in Pueblo en heeft vee in Wetmore. Daar is hij net geweest.
Doug rijdt hard, kijkt steeds om zich heen en vertelt mij wat er te zien is: marihuana-plantages (‘Ridiculous. No good comes from that. Nothing but greed.’), een muilezel, canyons …, vertelt over zijn zeven kinderen en hun echtgenotes (‘…their IQ is just as high as their age.’) en geeft me tips over wat wel en niet te doen in Pueblo (… all those Mexicans, so …’), over de komende paar honderd mijl door West-Kansas, het weer, de afstanden en de mensen: ‘Good people live there’.
Ik bedank Doug meerdere keren, ‘Don’t know how my afternoon would have ended, otherwise.’, en ben blij dat ik de auto uit ben.
Ik zit nu in een motel tussen de Mexicanen.
Het is een uur of acht en een graad of negentig.

Ik moet mijn schema veranderen. ’s Ochtends vroeger beginnen, kortere afstanden en zorgen dat ik water heb.
Dat eerste wordt de grootste uitdaging.
Ik hoop morgen Ordway te bereiken.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

9 Reacties

  1. Tineke:
    11 juni 2018
    Bo, wat maak jij er iets moois van zeg. Wat een reis. En niet al te makkelijk - maar dat hoort ook zo. Pas na afzien de euforie! Tsjonge. Pueblo betekent voor mij nog een paar uurtjes tot Joke. Ik zit dan ook meestal met m'n komt in de auto. Je gaat veel hitte, droogte en saaie stukken meemaken nu. Gelukkig houden de mooie ontmoetingen je gaande. Heel veel succes! Water is je eerste prio Bo! Ook handig bij bosbranden.
  2. Wouter:
    11 juni 2018
    Bo, van harte gefeliciteerd met je beklimming van de Hoosier Pass!!! Respect en goed gedaan!!! Geniet van de komende dagen, want voor je het weet is je fiets-project voorbij. En dan lekker bijkomen en nagenieten van je avonturen! Groetjes en succes!
  3. Anneke:
    11 juni 2018
    Heerlijk, ik weet precies hoe je kijkt en doet bij je beschrijving van het gesprek dat je met het jongetje op de camping had! Dan zie ik je even voor me...fijn😘
    Joke trekt...dat gaat je vast helpen!
  4. Marianne Salters:
    12 juni 2018
    Wat een mooie foto's! We zijn super trots op je! Je krijgt de groetjes van Joop.
  5. Sandra van Beest:
    12 juni 2018
    Hoi Bo, Wat een topconditie! Fantastisch! Veel plezier vandaag!
  6. Miranda:
    12 juni 2018
    He Bo, Wat een avontuur zeg , de laatste loodjes en dan genieten bij je zus. succes de laatste dagen en pas goed op je zelf! x Miranda
  7. Nico:
    12 juni 2018
    Prachtig verhaal weer! Naast alle avonturen en ontmoetingen vind ik het ook heel mooi dat je de lezer een inkijkje geeft in je overwegingen om bepaalde dingen wel of niet te doen.
    Sterkte met het vroeger opstaan, de warmte en de laatste lootjes.
    Groet
    Nico
  8. Jenny:
    12 juni 2018
    Hé topper, dat heb je maar mooi weer gedaan! #trotsopjou
    💋
  9. Nicolette:
    12 juni 2018
    Wat een doorzetter!!!! Supergoed gedaan! Mooi dat je steeds fijne mensen tegenkomt en leuke gesprekken hebt, dat geeft een boost. En hoe fijn is het dat Joke, Fred en kids steeds dichterbij komen...
    En weer door....succes, zet em op en nog zoveel meer!!