Niet zo'n succes

7 oktober 2022 - Innsworth, Verenigd Koninkrijk

Behalve m'n eigen, zijn namen gefingeerd.

Waar ik me het meest druk om maakte, was het fietsen. Ik heb het in Nederland een paar keer geprobeerd - aan de linkerkant van de weg fietsen. Dat was niet zo'n succes. 
Ik woon nog in Den Haag als ik een bericht krijg van Annet. Ze woont al jaren in Engeland en nodigt me uit voor een etentje in Cheltenham. Leuk! Ik ben nog niet eens verhuisd en heb al een uitje in de eerste week dat ik daar woon!
Ik begin direct met de voorbereiding van de fietstocht van 11,4 kilometer. Het is al over drie weken!
Ik kijk een paar keer per dag naar de route op Google Maps. Eenmaal verhuisd naar Innsworth, bepaal ik waar ik volgende week ga fietsen: op de weg waar auto's ook rijden, in de berm of op het trottoir ... In Engeland mag het allemaal, ook als er een fietspad is. De enige regel is dat je aan de linkerkant fietst.
Ik let op fietsers als ik naast Mart in de auto zit. Ik let op hun motoriek. Ziet het eruit alsof ze dit vaker doen? Wat voor kleren en lichaamsbescherming dragen ze? Wat is de uitdrukking op hun gezicht?  Kijken ze angstig? Ik probeer vanuit de auto oogcontact te krijgen om een ontredderde blik te vangen. Misschien moet ik 999 bellen.
Ik vraag Susan, buurvrouw, wat zij vindt van fietsen tussen Innsworth en Cheltenham . 'I wouldn't do it.'
Bemoedigend.

Als ik drie kilometer onderweg ben, maak ik een filmpje voor mijn familie. Ik fiets langs de B4063, een drukke weg met gaten en bedrijven, vooral autodealers, en een onregelmatig fietspad ernaast. Ik probeer van de betonnen omgeving wat groen in beeld te krijgen. Alsof het hier mooi is. Ik zeg dat het goed gaat.
Het kan het laatste teken van leven zijn.
Mijn notities kloppen! Alles wat ik van Google Maps heb overgenomen, ligt erbij zoals ik het heb opgeschreven. Zelfs het smalle, donkere fietspad aan de andere kant van de M5 bestaat! Het is een gedeeltelijk onverhard fietspad en twee keer is er ineens een opening in de dichte, overhangende begroeiing met daarachter een erf met barn (grote stenen schuur) en huis.
In Up Hatherley twijfel ik. Ik zie twee jongetjes van een jaar of twaalf langs de weg staan en vraag hen of ze weten hoe ik in het centrum van Cheltenham kom. 'My grandpa will be here in a few seconds to pick us up. I'm sure he knows.' Ik vraag hen wat ze na schooltijd hebben gedaan, maar aan een gesprek komen we niet toe, want grandpa is er al. Ik moet over een bochtige, lange, 'quite hilly' weg, zegt hij. 'You can't miss it.'
In Cheltenham is het spitsuur. Auto's rijden hard van de ene rotonde naar de andere, staan daar plotseling stil, rijden er hard overheen, elkaar inhalend en afsnijdend om weer een paar honderd meter heel hard te kunnen rijden. Het komt op mij ongeorganiseerd over. Ik stap nu en dan af, observeer de situatie en plan hoe ik de rotonde of een drukke kruising ga nemen.

De straat Montpellier ziet eruit zoals het klinkt. Terrasjes op straat waar mensen onder luifeltjes zitten, eten, een glas wijn vasthouden. Op een hoek staat een groepje mannen roepend grote bierpullen leeg te drinken. Dames op hoge hakken, papieren tasjes in de hand. Boetiekjes, designwinkels, een atelier, een luxe hotel ...
Het deel van de binnenstad achter het busstation waar we hebben afgesproken, is pas aangelegd en heeft een totaal andere sfeer. Het is er trendy, urban en hier vooral jonge mensen. Fietsen passen niet in het straatbeeld. Ik zie één stalen soortgenoot tegen een gietijzeren hek staan en zet die van mij er tegenaan. De andere fiets begint raar te piepen. 'Must be love', zeg ik tegen een jongeman die zich omdraait. Ik probeer collected over te komen, maar voel me een beetje opgelaten. Ik vraag hem waar ik mijn fiets neer kan zetten.
Op dat moment begroet Annet me en zij weet waar.

'Als je er hier uit komt, rechts, dan alsmaar rechtdoor en als je de Aldi ziet, moet je links.'
Het gaat direct mis, maar ik heb het op tijd door. On top of things! 
Ik fiets over een betonnen strook met kuilen en gaten en vraag me af of dit als voetpad of als fietspad bedoeld is. Nachtelijke wandelaars gaan wel of niet aan de kant. Die weten het dus ook niet. 
Ik heb m'n fluoriserende jas aangetrokken. Al is het 's avonds laat, de temperatuur is nauwelijks gedaald en ik heb het warm. Misschien trek ik'm uit, als ik over tien minuten buiten de stad ben.
Ik heb nooit een Aldi gezien.
Na een half uur door Cheltenham fietsen, zie ik de 'Gloucester Road' aan de linkerkant. Dat komt overeen met mijn richtinggevoel, dus klopt niet, weet ik uit ervaring. Ik fiets door.
Een paar kilometer verder is een fietsbordje naar links met Gloucester erop. Als ik dat opvolg, moet ik met fiets óver het hek dat langs de A40 ligt om aan de andere kant van de A40 te komen. De A40 is overdag ontzettend druk; nu maar een beetje minder. Er is geen fietspad of beveiligde overgang. Bijzonder.
Ik neem de aanwijzing maar als een richting, zoals bij innovaties: Daar willen we ongeveer naartoe. Ik fiets door de wijk die naast de A40 ligt en ga linksaf bij een drukke rotonde met stoplichten. Ik fiets de stad uit en herken de afbakening aan de rechterkant van Grovefeld Way.
Buiten de stad is het donker, maar ik heb goed zicht. Ik heb natuurlijk voor- en achterlicht op de fiets en ik heb ook lampen op voor- en achterhoofd. Als ik een tijdje fiets, geniet ik. Het is rustig weer en de temperatuur is aangenaam. Heel nu en dan passeert een auto, maar die gaat ruim om mij heen. Ik heb de fluoriserende jas nog aan.
Ik had Mart bericht wanneer ik uit Cheltenham vertrok. Ik hoor zijn 'Mooi! Dat heb je knap gedaan.' al. Verwacht over ruim een half uur thuis te zijn.
Ineens lig ik op de grond. Het is overal donker. Mijn eerste reflex is: Luisteren! Als er een auto aankomt, ben ik in levensgevaar. Ik hoor niets, dus ik kan blijven liggen. Voelen! Nee, geen pijn. Kijken! Zwart. Ik schud m'n hoofd en knipper met m'n ogen. Linksachter gaat de lichtbundel op en neer. Ik schuif de hoofdlamp zó dat ik onder me kan zien. Mijn bovenlijf ligt op een hoger weggedeelte. Ik ben gevallen doordat mijn voorwiel tegen de verhoging aankwam. 
Ik stap weer op de fiets, heuvel op, heuvel af en zie verderop een dorp liggen. Er gaat een slingerweg doorheen. In sommige huizen brandt licht, in andere niet. Geen tekenen van leven. Ik stel me gruwelijke moorden voor.
Geen idee waar ik ben.
Ik fiets weer kilometers in het donker en zie op een gegeven moment een richtingaanwijzer met Churchdown erop. Churchdown ligt naast Innsworth. Ik ben blij.
'Dat heb je knap gedaan', zal'em niet meer worden, maar 'Lieverd, ik maakte me...'. betekent in ieder geval dat ik thuis ben.
Het bord wijst ook de kant op van een fluoriserend 'NO ENTRY', zie ik, als ik ben afgeslagen. Vijfhonderd meter verder fiets ik tegen een hoog ijzeren hek. Er is een smal pad omheen. Ik fiets langs betonnen blokken en over zand. Ineens felle lichten, stemmen en de staccato-piep van een achteruitrijdend voertuig. Ik zie een hoofd met helm-silhouet achter spijlen. Ik groet vriendelijk. Weet niet of silhouet teruggroet. Hoofd met helm-silhouet 2 loopt op mij af. Ik open het nachtelijke gesprek met 'I'm sorry, sir. Hope I did't scare you, but ...' en leg uit dat ik het bord 'NO ENTRY heb gezien, maar dat ik geen alternatief wist.
Nu zouden er natuurlijk hele rare dingen kunnen gebeuren, maar het blijft rustig.
Hoofd met helm-silhouet 2 groet breed lachend terug. Alsof hij het leuk vindt!
Hij is hier ook niet bekend. 'I'm sorry, ma'am, but ...' er is 'NO WAY' dat ik hier doorheen kom.
Ik moet terug naar de driesprong.
Kwam ik van links ...? Nee. Of ...?
Ik heb geen idee welke kant ik op moet.
Na twintig minuten fietsen, zie ik een richtingaanwijzer 'Cheltenham 2 mi'. Het is niet waar ...
Gefrustreerd fiets ik de andere kant op. Het tempo ligt een stuk hoger. Die Britten zullen toch wel ergens een bordje 'Gloucester' of 'Innsworth' in de grond hebben getikt ...?! Prutsers!
 

een paar dagen later

'Moeten we een plakset meenemen?'
We fietsen weg. Over heuvels, via Norton en Sandhurst komen we bij prachtige glooiende velden langs de rivier The Severn. The Severn Way is een 360 kilometer lange wandelroute en dit is een deel ervan. Geen fietspad, maar door het gras gaat prima. Volgens Mart komen we hierlangs bij The Red Lion uit. The Red Lion is een pub met een camping erachter en picknickbanken in het gras langs The Severn.
Het is er móói! Stil, groen, heuvels, de rivier.
Fietsen lukt even later niet meer. Links en rechts struiken met doornen, of steile wallen met bomen; onder ons dikke boomwortels, onregelmatige trappetjes en verraderlijke kuilen. De twee wandelaars die we tegenkomen, vinden dat wij van avonturen houden.
Na een uur lopen met fiets op schouder, stukje fietsen, fietsen over hekken tillen, lopen en weer even fietsen, hebben we schrammen op armen en benen en gaat het stijl naar beneden. In het dal The Red Lion. Er zitten mensen buiten, dus ik stap op de fiets, zodat de mensen denken: Die zit er zeker op ...?!
Mart is al beneden. Misschien al een tijdje.
We besluiten naar Tewkesbury te fietsen.
Een kilometer na The Red Lion krijgt Mart een lekke band. Ik fiets terug naar The Red Lion om een bandenplakset te vragen.
Ik heb vaak goede ideeën.
Hebben ze niet.
Ik fiets terug naar Mart en geef hem de heads-up. We lopen samen naar The Red Lion. Mart belt Richard, collega en man van Annet. Zij zijn echte fietsers; zij zouden een bandenplakset en een pomp bij zich hebben. Ze zitten vast ook op de fiets, zijn vlakbij en natuurlijk ook aan lunch toe ...
Mart heeft soms goede ideeën. 
Mart en ik nemen de opties door.
Mart gaat op mijn fiets naar huis, haalt de auto, zijn fiets in de auto, naar huis, band pla ... Valt af, want zijn schoenen passen niet op de pedalen van mijn fiets. Bovendien hebben we geen inbussleutel bij ons. Tien kilometer dertig centimeter te laag zitten, is nog best pittig.
We lopen samen naar huis ... valt ook af. Het heeft geen enkele zin gedeelde-smart-is-halve-smart te spelen en beide blaren op de voeten te krijgen door samen langs de weg te klapschoklopen op fietsschoenen.
Ik fiets naar huis, haal de auto ... Ik ben bang dat Mart dat een goed idee vindt, maar hij slaat er gelukkig niet op aan. Ik durf niet links te rijden.
Het wordt: Na de lunch fiets ik naar huis en haal een bandenplakset. Mart zal dan rustig die kant op klapschoklopen. Ik fiets met spullen weer terug, we plakken de band en fietsen samen nog een stukje.
Tijdens de fietstocht bedenk ik dat ik thuis mooi even m'n tanden kan poetsen. Had ik niet gedaan voordat ik op de fiets stapte vanochtend.
Dat leg ik even uit.
Koffie is zuur en maakt het tandglazuur tijdelijk zachter. Daarom kan je beter een half uur wachten met poetsen totdat je glazuur weer hard is, heb ik ooit gelezen. Dat half uur heb ik niet als ik met Mart weg wil. Voor Mart is wachten op een ander iets buitenprogrammatisch. Het werkwoord komt op zulke momenten dan ook veelvuldig voor in vragen en opmerkingen.
'Zo komen we nooit weg ...', 'Moet dat nu nog...?', is voor de variatie.
Die laatste zou een volkomen waardevrije vraag kunnen zijn, maar hij valt door de mand met: 'Ik wacht buiten wel.'

Heerlijk, uitgebreid tanden poetsen.
Ik pak de bandenplakset, twee fietspompjes en fiets terug. 
'Oh, ben je al zóver?!' Ik lach mijn schone tanden bloot. Mart's genoegen is minder. Hij loopt aan de Frogfurlong Lane net buiten het dorp. Het is een smalle, bochtige, heuvelachtige weg met aan beide kanten hoge struiken. Waar de struiken lager zijn, heb je prachtige uitzichten. Niet aan hem besteed.
Mart heeft een flink stuk klapschoklopen gedaan met zijn fiets aan de hand. Hij kiest uit de twee pompjes die ik heb meegenomen. Hij heeft geen zin meer in bandplakken en fietsen met mij.
Ik fiets alleen naar Cheltenham. Het zit me nog dwars dat het dinsdagnacht zo fout is gegaan en ik wil uitzoeken en oefenen wat de goede route is. Ik kom in Cheltenham langs een andere route. Ik fiets over mooie groene fietspaden die ook ineens ophouden en later weer beginnen. Ik zoek de straat op waar ik dinsdagavond langs kwam op de terugweg. Ik herken de kuilen en het zorgcentrum. Ik vind het bordje 'Gloucester' bij het hek langs de A40. Er is een tunnel onderdoor (logisch dat ik die niet zag) en die neem ik.
Ik wil weer langs het vliegveld fietsen zoals dinsdag op de heenweg.
En op de terugweg toen ik 's nachts voor de tweede keer uit Cheltenham kwam. 

De volgende dag is de band geplakt, wacht Mart weer buiten en fietsen we weer weg. Nu mét bandenplakset en één handpompje. 
Vandaag fietsen we naar Tewkesbury.
Op dezelfde plek waar Mart gisteren een lekke band kreeg, breekt nu zijn fietsketting. 
'Puncture, sir?' vanuit een Engelse tuin.
'Broken chain. Puncture was yesterday. What kinda stupid country is this?!'
Ik laat hem natuurlijk niet wéér zo'n eind lopen! Ik fiets zo hard ik kan over Waine Lode Lane, langs de A38, over Down Hatherley Lane en Frogfurlong Lane. De eerste keer dat ik hier fietste, nam ik voorzichtig de bochten en hield bovenop de heuvels in, bang voor tegenliggers en onoverzichtelijke afslagen. Nu is het al bijna net zo vertrouwd als de Laan van NOI en de Schenkkade in Den Haag. Of de Boksumerdyk tussen Leeuwarden en mijn ouderlijk huis.
Ik ben binnen twintig minuten thuis.
Fietsschoenen uit, crocs aan, autosleutels van de nepschoorsteenmantel, in de auto, uit de auto, om de auto, weer in de auto en start.
Heel voorzichtig druk ik op het gaspedaal. De auto gaat een paar centimeter vooruit. Dat moet niet!
De auto staat vlak voor de garage (waar nooit een auto in zou kunnen - deuren zijn veel te smal).
Ik probeer het nog een keer... Kut! Die garagedeuren, daar rijdt ik zó doorheen, mocht ik per se de auto ín de garage willen hebben. De bouw is hier minder degelijk dan in Nederland. We hebben op elke deur, ook op de garagedeuren, een slot, nog een slot en nog een slot, maar als Mart en ik flinke ruzie zouden krijgen, duwen we elkaar zó door deuren en muren heen met waarschijnlijk weinig schade aan onszelf.
Ik vind het heel fout om rechts met het stuur in de handen te zitten. Vooruit rijden, terwijl ik achteruit wil, maakt alles sinister. Ik krijg een onbestemd gevoel. Dit gaat niet goed komen.
Ineens snap ik de pook en ga ik achteruit. Ik rijd rustig het erf af. Ik kijk achterom of er niet één van de Griekse buurmeisjes op de grond ligt. Niet het geval. Ik rijd op de linkerhelft van de weg. De rotonde neem ik linksom. Aan het einde van de straat kijk ik eerst rechts. Op Frogfurlong Lane, rijd ik 28 mile in plaats van de toegestane 30. Als er een tegenligger aankomt, rem ik af, ga rustig naar links ...
... en hoor een akelig gekras. 

Mart loopt langs Down Hatherley Lane. Ik zet de auto aan de kant en loop hem tegemoet. Ik vertel hem direct dat ik schade heb veroorzaakt. 
( ... )
Hij bekijkt de schade en ondertussen komt er nog meer uit hem dat niet leuk is.
'... over de héle léngte! Dit hadden we niet moeten doen! Ik had er al geen goed gevoel bij ... Ooooh ...'
Het komt nooit meer goed. Tussen ons. Hier in Engeland. Met mij. Ik zal voortaan bij huis moeten blijven. Net als de vrouwen in Laak die van hun Noord-Afrikaanse man overdag het huis niet uit mogen.
Met een steen m'n maag laat ik me op de bijrijdersstoel zakken. Wat Mart zegt, terwijl hij de fiets uitelkaar haalt en achterin doet, kan ik niet verstaan, maar de strekking is me volkomen duidelijk.
Dit komt niet meer goed.

Mart zet de auto andersom voor de garage. Vanaf de straat zijn de krassen op de zwarte MG niet te zien.

Inmiddels heb ik al heel wat fietstochten gemaakt. Tot op de dag van vandaag weet ik niet waar ik op de nachtelijke fietstocht tussen Cheltenham en Gloucester ben geweest en hoe het komt dat ik het zonder het door te hebben weer terug ben gefietst naar Cheltenham.
Ik houd het voor mogelijk dat deze omgeving soms verandert. Zomaar. Ineens.

Foto’s

3 Reacties

  1. Greet Meihuizen:
    8 oktober 2022
    Wat een avontuur zeg.
    Gevallen in het donker, griezelig.
    En klassiek natuurlijk, plots een tegenligger en dan reflex naar links…
  2. Albert:
    8 oktober 2022
    Oh Bo, ik hoop zo dat je helm op hebt tijdens je fietsavonturen. (met een zwaailicht er bovenop)
  3. Patricia:
    10 oktober 2022
    Prachtig verhaal Bo! Jammer van de kras op de auto. Maar ik hoop dat Mart inzag dat het een daad van liefde was. En dat gaat boven alles toch? 😉. Succes met je verdere fietsavonturen in het Engelse!