humor

14 juni 2018 - Eads, Colorado, Verenigde Staten

'I try not to laugh at my own jokes, but we all know I'm hilarious.'

Eergisteravond om een uur of negen kwam een fietser Hotel Ordway binnen. Hij denkt even dat ik 'the office' ben, maar al snel hebben we door dat we beide Nederlands zijn. Paul heeft die dag 320 kilometer afgelegd. Hij is heel vroeg uit Breckenridge vertrokken. Later bedenk ik me dat hij dus ook de Hoosier Pass heeft gedaan op dezelfde dag. Hij is 'helemaal stuk'. Toch ziet hij er fit uit en kijkt hij scherp uit de ogen. 
Paul is één van de TransAm-racers. Dat is een wedstrijd die de TABT helemaal doet en dan zo snel mogelijk. Dus dwars door de VS fietsen van oost naar west en dan kijken wie het eerst aan komt. Ze zijn 2 juni begonnen. Ik vertel van de dame die ik vanmiddag bij de supermarkt sprak. 'Oh ja, dat is Simone Bailey. Ze ligt voor op mij. Die gaat dwars door alles. Die meid is is zó sterk!'
Nadat ik een keer of drie in verschillende bewoordingen heb laten weten hoeveel respect ik voor hem en zijn prestatie heb, vraag ik hem waarom hij dit doet. 'Eerlijk gezegd is het voor een deel midlifecrisis'. Hij is de dag ervoor vijftig geworden en wist niet goed waar hij aan begon. Ik opper dat hij toch getraind moet hebben; hij ligt in de voorhoede en dit is een monsterproject. 'Nou ja, ik heb wel eens een rondje IJsselmeer gedaan en dat moet dan ook iedereen weten.' Hij heeft iets ontwapenends als hij over zichzelf praat. Ondertussen giet hij een halve pot suiker over z'n avondeten - melk met 'cereal'.
Zijn plan is de volgende dag naar Scott City te fietsen. Meer dan 160 mijl.
'En wat ga jij morgen doen?'
Ik moet lachen om die vraag. Ik denk aan Simone en nu Paul met z'n prestatie van groot - groter - grootst formaat.
'Ik ga morgen ook fietsen.'
Ongelofelijk, waar sommige mensen toe in staat zijn.

Ben op tijd m'n bed uit, maar zodra ik buiten kom, maakt de hitte me loom en traag. En een wind!
Maar toch, het fietsen gaat prima. Als ik mijn rug in de juiste hoek tegen de harde zijwind zet, heb ik er nog wel wat aan. En het is hier een droge, harde wind. In Nederland moet je met wind ook nogal wat vocht verstouwen, maar dat is hier niet zo. Als je de was buiten zou hangen, is het in een kwartier droog. Maar dat zie je hier niet. Want hier is geen was. Hier wonen geen mensen.
Ik merk dat ik niet meer hoog zit. Ik raak niet meer buiten adem als ik een heuveltje op moet of wil versnellen. Fijn!
Als er een beetje schaduw is, moet ik maar even pauze houden, denk ik na een uur of twee. Maar in Oost-Colorado heb je geen schaduw. Ik ga langs de weg staan en houd al etend en drinkend m'n fiets rechtop. Een auto stopt. De bestuurder vraagt: 'Are you okay? Enough water? Are you one of the TransAm Racers?'
'No sir, I'm doing this for pleasure. Not for competition purposes. And I'm okay. Thank you!'
De bestuurder moet hard lachen. 'Haha! Pedalling in East-Colorado for pleasure! You've got a sense of humor! That's for sure! Haha!'
We gaan lachend, zwaaiend en toeterend uit elkaar.

Ik kom aan in Haswell en loop het postkantoor binnen om te vragen of ik ergens mijn tent op mag zetten. Daar zie ik dat het nog maar half twee is. Ik praat met Cecil. Als 'vet' kent hij Europa, met name Duitsland. Hij is in de jaren tachtig in Amsterdam geweest en vraagt mij of dat Nederland is. Hij vertelt dat Haswell 'fading' is. Dat had ik gezien. Jonge mensen gaan naar de grote steden en komen niet terug.
Een halve mijl verder, het laatste stukje Haswell, is een benzinepompstationnetje met pompen zoals wij ze een halve eeuw geleden in Nederland hadden. Binnen staat een grote namaak Chesterfieldbank en twee skaileren stoelen uit de jaren vijftig. Naast cola en water had ik hier ook sieraden, potjes en servies uit oma's tijd kunnen kopen.
Ik besluit door te fietsen naar Eads. Ruim twintig mijl verder. Kan nog makkelijk. De laatste zeven mijl voor Eads gaat 't nog harder waaien en draait de wind, zodat ik tegenwind heb. Achter me wordt de lucht langzaam zwaarder. In het dorp vraag ik een man of hij een idee heeft wat het weer gaat doen, maar eerlijk gezegd ben ik al van mijn plan om buiten te slapen af. Ik heb groot respect voor Amerikaans weer.
'Oh yeah, there'll be thunderstorms in the early evening. How much time did it take to get from Haswell to Eads? I saw you entering the post office.'
Ik heb geen idee. Maar meneer en ik halen terug wat we in Haswell gedaan hebben en hoe lang dat geduurd heeft. We komen uit op ongeveer een uur en drie kwartier fietsen.
'It took me twenty minutes and I kept it cool.'
In Eads wonen zeshonderd mensen, het heeft een supermarkt, een museum, een bibliotheek ('At the post office. Back in 10 minutes'). Eads bruist.
Eads heeft een heel fijn motel. Ik blijf twee nachten. Morgen wordt het 105 graden.
Gisteravond ge-'visited' met Drew. Drew woont in Pueblo en moet hier in de buurt gegevens verzamelen over de conditie van wegen. Hij werkt voor een uitvoeringsorgaan van de overheid dat zich bezig houdt met infrastructuur.
Tijdens het gesprek laat hij zich steeds afleiden door het televisieprogramma American Ninja Warriors, in de lobby hangt een groot beeldscherm aan de muur, en verontschuldigt zich daarvoor. 'I hardly ever watch television, but I've seen these competitions a few times before.' Hij is duidelijk onder de indruk van de sportieve prestaties van de deelnemers. Ze moeten een parcours afleggen met fysieke uitdagingen. Drew weet precies hoe ver wie in de wedstrijd is, wat hij of zij eerder gepresteerd heeft en waar ze vandaan komen.

Mijn fysieke uitdaging is nog zo'n 110 mijl vanaf hier. Dat zou in twee dagen kunnen. Ik moet maar even kijken hoe ik dat uitsmeer. Ik zou 'blokje om' kunnen doen. Doorfietsen naar Scott City, vanaf daar naar Garden City en dan naar Lakin. Korte afstanden per dag afleggen, valt nog niet mee, want na een één, twee of drie korte stukken fietsen is er nog steeds niks!
Ik kan ook, net als nu, wat langer blijven in Tribune en Leoti. Dan begin ik alvast met uitrusten en afkicken en kom ik helemaal mindful bij Yoka aan op 21 juni.
Ik heb ook aanbiedingen gekregen om de dagen dat Yoka en gezin nog niet thuis zijn, te logeren. Heb ik even overwogen, maar dat ga ik niet doen.
Ik wil m'n zusje als eerste in de ogen kijken en vasthouden, als ik klaar ben met fietsen.

7 Reacties

  1. Gerlinde:
    15 juni 2018
    Hey meis, het einde van je tocht in zicht! Wat een geweldige verhalen schrijf je, ik volg al je belevenissen en geniet! Dat doe je toch maar allemaal, IK heb diep respect voor JOU!! You go girl!😘 liefs Gerlinde
  2. Sander Fase:
    15 juni 2018
    Mindfulness :-) shivers
  3. Marieke van Vliet:
    15 juni 2018
    Wát een avontuur Bo! En bijna aan het eind: diepe buiging!!
    Ik geniet nog even met je mee! Liefs, Marieke
  4. Greet Meihuizen:
    15 juni 2018
    Einde in zicht, wat een prestatie.
    We zullen het wel met bewondering over je hebben in het komend weekend, waarin we Yoka met haar gezin ontmoeten, omdat ze zich verenigen met de familie van Fred op Texel. Sterkte met de allerlaatste loodjes!
  5. Feike:
    15 juni 2018
    Geweldig Bo dat je dit helemaal in je eentje doet en tussen door ons ook nog op de hoogte houd van jou reis.Wij lezen met veel plezier jou verslag,dus dat zullen wij straks missen.Heel veel strekte met de laatste km.(Mijl) en veel plezier daar bij Fred en Joke.
    Gr. Omke en tante uit Bitgum
  6. Marco:
    15 juni 2018
    Mooie verhalen weer. Hub op de fiets!
  7. Hans Bonnema:
    16 juni 2018
    Hey Bo je moet ook even bij Marty Langs in Garden City is altijd lachen !!