1 mei 2018
15 juni 2018 - Vancouver, Canada
vliegtuig van Amsterdam naar Vancouver
‘Wish it
Dream it
Do it’
Stel dat er nergens een camping te vinden is.
Stel dat ik verdwaal. Gebeurt in Nederland regelmatig.
Stel dat ik in de diarree raak.
Of dat ik heel vaak fietspech heb.
Dat onder het fietsen tentstokken wegraken.
Dat ik me dagen niet kan douchen (aandachttrekkerij - vind ik helemaal niet zo erg).
Dat ik door een beer aangevallen wordt.
Of het allerergste: Dat ik ’t niet leuk vind.
Ik weet ook niet of het bijhouden van een blog zo’n goed idee is. Schrijven is mooi werk, maar nu lezen jullie mee. Een paar dagen geleden zei ik tegen Elja: ‘Ik ga niet censureren… ‘.
Wél. Ik merk het nu al. Ik censureer al, als ik vooraf nadenk over wat ik zal schrijven. Dit stuk bijvoorbeeld. Ik post ’t pas als ik op weg ben. Als ik zeker weet dat ik ’t goed heb; als ik weet dat ik ’t kan.
Ik wil natuurlijk niet afgaan.
Familie, vrienden, studenten, collega’s ….
Wie gaan lezen? Zo’n blog heeft iets brallerigs en exhibitionistisch.
Aan de andere kant: Als blijkt dat maar één of twee mensen regelmatig lezen, ben ik toch teleurgesteld.
Dus ik censureer. Ik kan niet alles schrijven wat in hoofd en hart opkomt, want mensen lezen hopelijk mee.
Ik zeg nu en dan ‘kut’. Kan ik niet opschrijven.
Ik denk nu en dan gvd. Kan al helemáál niet.
Juist nu ik iets ga doen, wat spannend, allenig en ongemakkelijk kan zijn, zal ik vaker ‘k..’ en ‘g…’ en andere dingen denken, zeggen en doen….
Ik denk dingen die niet kunnen en ik denk aan dingen die niet kunnen.
Rechts naast mij in het vliegtuig zit een vrouw met een ont-zét-tend slechte adem. Het gangpad zit er tussen, maar als zij haar mond open doet ….
‘Is het gelukt?’ Mariëlle en Bjorn zitten links van mij. Bjorn vraagt of het gelukt is met de fiets en wat ik ga doen. Leuke mensen.
Maar als één van hen nu diegene met die adem zou zijn, zou ik dat van vier regels hierboven niet schrijven, want misschien lezen ze’t. Ze hebben mijn blogadres.
Snappen jullie?! Dilemma’s.
Dus ik zal niet alles schrijven. Jammer.
Terug naar Mariëlle en Bjorn. Het kan nog stoerder! Zij gaan emigreren naar Vancouver. Ze hebben in Nederland baan en andere vastigheden (weet ik niet, vul ik maar even voor hen in) achtergelaten. De poezen zitten in het ruim (dus Yun: It kin wol. We hiene it d’r fannemoarn oer doe’t we dy hûn seagen wêrfan as ik hoopte dat dy net by my yn it fleantúch sitte soe.
‘Oh, fynt tante Bo dat silich foar de hûn?’
‘Nee, tante Bo fynt ’t foaral silich foar harsels.’, sei mem doe. Wist noch?!
D’r is ’n ferwaarmde romte yn it fleantúch foar bisten en dat is net yn’e cabine, dus minsken en bisten reizigje apart).
Grote spullen gaan één dezer dagen die kant op. Bjorn heeft een baan aangeboden gekregen bij het bedrijf waar hij voor werkt.
Ruim een jaar geleden bedacht ik: Ik ga fietsen in Amerika. Toen nog een veilig eind weg, nu akelig dichtbij. Ik zit in het vliegtuig. Over een paar uur de eerste uitdaging: bagage op de fiets en fietsend richting Richmond om een slaapplaats vinden.
Áls ik zover kom! Misschien is er wat met mijn fiets wat niet direct gerepareerd kan worden. Misschien is de golftas stukgegaan en liggen fietstassen, slaapmat, -zak en wat ik er los in heb gedaan (weet ik niet meer) verspreid over de bagageband of verdeeld tussen Nederland en Canada en moet ik uren en uren wachten.
Ik weet bij God niet waar ik aan begin.
Je hebt wellicht gecensureerd, maar er bleef meer dan genoeg over om met veel plezier te lezen. Naast alle belevenissen kwam ik steeds jouw persoon met al je gedachtenspinsels, twijfels, je vermoeidheid enz naar voren.
Sterkte met de laatste kilometers en je afkickprogramma om even niet meer te fietsen.
Groetjes vanaf Texel.
Don't make too many daily miles, or you'll beat us😉!