National Parks Yellowstone en Teton

27 mei 2018 - West Yellowstone, Montana, Verenigde Staten

26 MEI

Yellowstone National Park
Tien uur ’s avonds.
Ik weet niet hoe ik moet beginnen. Het is hier zó mooi!

Ik ben vanmorgen elf uur vertrokken uit West Yellowstone nadat ik me in het Visitor Center had laten informeren over campings en waar wel en niet te gaan. Ik krijg voorlichting over wat te doen als ik bizons tegenkom. ‘They will not step aside, and we don’t want you stamped, so this is what you do:….’
Ik moet me in dat geval door een auto laten escorteren, die tussen mij en de bizon rijdt. ‘They will…’.
Als er geen auto in de buurt is, afstand nemen en wachten tot er één komt.
Ik heb veel bizons gezien. Je kan ze op de foto's op afstand zien. Ik heb ze ook op vijf meter afstand gehad en dan maak ik geen foto's!
Eerst vind ik het doodeng, maar het went. En inderdaad, de toevallige auto blijft tussen mij en de bizon langzaam rijden. Op ruime afstand van de bizon doe ik mijn hand omhoog om te bedanken en te laten weten dat ik me veilig waan en uit de auto een korte toeter en in het voorbijgaan ook de hand omhoog.

In dit park zijn nogal wat geisers. Yellowstone is eigenlijk één grote vulkaan.
De grootste is Old Faithful die ongeveer één keer in het anderhalf uur gigantisch spuit.

Het is druk in het park, want het is Memorial Day en dus een lang weekend. Ik werd in het Visitor Center gewaarschuwd voor al het verkeer. Ik vond het wel een prettig idee – veel verkeer. Ik ben bang voor beren en mijn aanname is: hoe drukker, hoe minder kans dat ze op de weg komen waar ik fiets. En bovendien: als ik in de problemen kom, zijn er meer mensen die me kunnen helpen.
Ik heb in het park twee soortgenoten gezien en één sl’er.
Nu en dan komt uit een auto een duim omhoog als ze mij voorbij rijden.

Het eerste uur nadat ik, betaald en wel ‘at the gate’ het park infiets, ben ik gespannen. Wat als ik een beer tegen kom of een bizon en er zijn geen auto’s? Al die auto’s, gigantische campers, bussen enzovoort en geen fietspaden … Wat als ik geen slaapplaats vind …?
Maar na een uur zit ik er helemaal ‘in’. Het is prachtig weer, het is hier zó mooi en de last van het verkeer valt mee. Ze mogen nergens hard rijden en er is shoulder genoeg.
Bij Old Faithful, middenin het park koop ik lekkere dingen, drink ik koffie en bereid me voor op het laatste traject: naar Grant Village en daar op de camping. Nog een mijl of 25, waarvan tien mijl klimmen.
Zwaar! Wat heb ik weer gemopperd; heel zacht uitgedrukt. Ik wist dat er klimmen in zat, maar dat het zó zwaar was! Ik wist dat ik één keer over de ‘Continental Divide’ moest, maar het is zelfs twee keer!
Toch weer gedaan en keurig rond een uur of zes bij het Visitor Center and Registration van Grant Village. Ze bellen voor een plek voor mij. Dan blijkt dat die camping niet open is, omdat daar nog te veel beren ronddolen die uit hun ‘hibernating’ (winterslaap) komen.
Ik schiet in een lichte paniek, want ik durf vanwege het tijdstip niet verder te fietsen. Bij het vallen van de avond, weet ik, moet je eigenlijk niet meer fietsen in gebieden waar  ‘wildlife’ is. Ik zeg tegen Cole, medewerker aldaar, dat ik niet verder durf. ‘So I cycled myself into trouble’.
Hier blijven, in het hotel van Grant Village, kost 280 dollar.
‘I’ll see what I can do for you.’ Hij belt nog wat rond en praat met collega’s. De dichtstbijzijnde camping, 26 mijl verderop, is vol.
Cole komt terug met de volgende optie: een kamer voor 172 dollar in het hotel in Old Faithful, twintig mijl terug en hij wil me brengen.

In de ‘van’, het busje van Cole, praten we over van alles en nog wat. Cole is geboren en getogen in Bellingham. Dat ken ik. Het ligt vlak onder Ferndale, waar muoike en Judy wonen en is een leuk hippiestadje. Cole werkt nu voor de tweede zomer in Yellowstone, vindt het prachtig werk en is ’s winters skileraar.
Als ik laat weten dat ik me bezwaard voel, omdat ik mezelf in de problemen heb gefietst, vertelt hij nog veel sterkere verhalen van mensen die ‘stupid things’ doen. Sommige mensen gaan van de paden af, wandelen richting de geisers en ‘they get cooked’. Anderen maken wandeltochten buiten de aangegeven routes, komen in problemen en dan duurt het soms dagen voor ze gevonden worden. Een enkeling wordt nooit gevonden.
Cole zegt dat sommige mensen bewust kiezen voor op die manier hun leven te beëindigen.
We hebben lol omdat ik dus morgen weer twee keer die ‘fucking Continental Divide’ over moet, waar ik het vandaag zó zwaar mee heb gehad.
‘But at least you had a good night sleep in a real nice hotel and a hot shower. And you’ll know what to expect.’

Ik zit nu dus in een prachtig hotel! Middenin Yellowstone bij de grootste geiser hier: The Old Faithful. Allemaal luxe mensen, Aziaten
en ik.
De douche was ijskoud, maar gelukkig kan de verwarming in mijn kamer alleen maar op heel heet.
Het gebouw is helemaal van hout en vanuit je kamer loop je naar bars, lounges en restaurants.
Er speelt een (slecht) bandje covers van The Eurithmics, Billy Joel en Sam Smith.
Eén witte wijn kost acht dollar.
Internet is er niet. Als ik naar een wifi-paswoord vraag, zegt de roodharige jongeman achter de bar: ‘We’re in the middle of nowhere, ma’am!’
‘Well, your rates are not like we’re in the middle of nowhere.’
‘Hey, we’ve got The Old Faithful in our backyard!’
‘The Old Faithfull was made by our Lord.’
‘This hotel definitely was not.’
Dus ik schrijf nu in Word en upload als ik de kans krijg.

Dit hierboven nog eens nalezend, klinkt het cynisch. Zo voel ik me niet. Ik heb lekker gefietst vandaag, bijzondere uitzichten gehad, bizons gezien, elanden, grote ganzen ….
Ik zit hier lekker op een bankje te schrijven en om mij heen mensen die hetzelfde doen of lezen, spelletjes doen, praten, van binnen naar buiten lopen ….
En ik ben zó blij dat ik niet het risico loop door een beer verorberd te worden.
Het ritje met Cole in de auto was gezellig.

Morgen dus weer twee keer die ver#%e (ouders lezen mee)  Continental Divide over. Ik kan het woord niet meer horen!

DAG LATER
Vanmorgen iets na tienen sta ik m’n fiets op te laden. Ik ben zenuwachtig. Wat ga ik doen?
Ik kan gewoon gaan fietsen en als de dag voor bij is, hoop ik op een lift van iemand in een pickup richting Dubois die me bij een camping wil afzetten.
Ik kan nu naar het benzinestation hier vlakbij fietsen en aan alle pickup-chauffeurs vragen welke kant ze op moeten. Als het richting Grant Village, South Entrance of Dubois is, kan ik vragen of ik mee mag. Hierbij heb ik visioenen dat ik uren sta te leuren en uiteindelijk Amerikaans vriendelijk wordt verzocht het terrein te verlaten, omdat ‘solliciting’ niet is toegestaan.
Mijn fiets is bijna opgeladen als een vrouw naar me toe loopt en belangstellend vraagt, waar ik vandaan kom, hoe ver ik gefietst heb en wat mijn plannen zijn. ‘Wow, you’re brave!’
Ik vertel haar dat ik me nu niet zo ‘brave’ voel en zenuwachtig ben over de afstanden en of ik een plek vind om te slapen.
‘Well, if you feel okay with hanging out here for another day, you’re welcome to spend the night in my dorm. I have an extra bed. I work here.’
Even lijkt dat heel aantrekkelijk, maar dan heb ik morgen hetzelfde probleem. Op z’n allernetjest wijs ik haar aanbod af en leg uit waarom. Ze begrijpt het.
‘Shall I take you? That’ll be my adventure of the day. There was supposed to be an organised group hike, but it’s cancelled because of the snow. So my day off is open. And you know, Teton is even more impressive than Yellowstone. This must be the day.’
We fietsen samen richting een enorm gebouw waar personeel permanent of tijdelijk woont. Omdat er een bizon midden op de weg staat, moeten we omfietsen.
Jennifer heeft een gezellige studio.
Bagage gaat in haar enorme Honda en de fiets gaat achterop het rek. Ze vertelt dat ze de auto net heeft gekocht en vraagt mij of ik wil uitzoeken hoe de airco en navigatie werkt.
Bij het benzinepompstation bied ik aan de benzine te betalen. ‘Oh no, I enjoy spending my husband’s money.’ Ze vertelt dat haar man na veertig jaar huwelijk ‘did something that I didn’t aprove of …’. Toen Jennifer er achter kwam dat haar man vreemdging, heeft ze gesolliciteerd bij Park Yellowstone. ‘I needed to get out!’.
Ze wilde een baantje waarbij je niet hoefde na te denken, dat vooral fysiek was en waar je moe van werd, zodat je ’s nachts goed slaapt. En dat lukt. Vannacht is het brandalarm in de ‘dormitory’ afgegaan. Ze heeft het niet gehoord.
Ze vertelt ook dat ze haar man heeft vergeven, dat ze van hem houdt en hoopt dat haar man tot inzichten komt.
Jennifer is een gepensioneerde docent, 69 jaar (ik was hoogst verbaasd en zeker weten zonder botox, gebleekte tanden of wat ook) uit Texas. Ze mist haar kinderen, heeft haar familie niet verteld van haar man’s escapades, ‘but I can tell you. We’ll never see each other again’ en voelt zich nu en dan eenzaam.

Een paar mijl voordat we Yellowstone uit zijn, jawél, een Grizzlybeer. In de berm. Een moeder met twee jonkies. We worden door rangers gewaarschuwd en verzocht niet te stoppen. Vijftig meter verderop tientallen, vooral, Aziaten met enorme lenzen foto’s makend. Jennifer en ik overwegen even om ook bewijsmateriaal te verkrijgen, maar besluiten het verzoek van haar collega’s, die duidelijk gespannen zijn, op te volgen.
We rijden door Grand Teton National Park. Ik had gisteren de keuze al gemaakt daar niet doorheen te gaan, omdat ik mezelf niet nog een keer in de problemen wil fietsen. Bovendien is het daar nog meer klimmen.
Nu kom ik er toch en ik geniet van het uitzicht, het gezelschap en de Amerikaans comfortabele manier.
De bergen zijn hoog, besneeuwd en machtig. Jennifer en ik praten over ‘challenges in life’, over kinderen wel of niet, kleinkinderen en nifjes en onderbreken onze gesprekken regelmatig met: ‘Aaah, look at that!’, ‘Oh beautiful, can you believe it?!’, ‘Amazing!’, ‘I gotta make a picture…’ …
‘Where were we …?’

Om half drie zijn we bij camping Fireside aan de 26/287, mijl of vijftig voor Dubois.
Jennifer en ik nemen met een knuffel en meerdere you-take-cares en you-ll-be-allrights afscheid.
Jennifer blijft me bij de rest van de fietstocht.

Nu dus op camping Fireside twintig mijl buiten Teton.
Al is het middle of nowhere, er is hier een saloon/benzinepompstation/winkeltje waar het gezellig is, warm, goede muziek, leuk personeel en vanavond een feestje met dj. Iedereen die binnenkomt wordt uitgenodigd.
Het is nu een uur of acht ’s avonds, ik zit hier al een paar uren te typen en heb nu en dan een praatje.
Morgen is Dubois mijn doel.
Ik vertelde het vanmiddag aan Waine die mij mijn tentplek wees en ik vroeg hem of het ‘a lot of climbing’ is. Hij wees naar een enorme bergtop in westelijk richting. ‘Dubois is behind that top. More than 10.000 feet high.’
Oh nee!
‘Yes, it is!’
Ik houd subiet Waine verantwoordelijk voor de lijdensweg die ik morgen weer (!) moet ondergaan en zeg:
‘I already did so much climbing the last week. This can not be true! A 10.000 feet!’
‘Well, I said, Dubois is behínd that peak. The highway into Dubois is not óver that peak. You’ll be makin’ a lill’bit of a detour.’ en hij lacht.
Ik schiet ook in de lach. Hij vertelt dat hij morgen die kant op moet ‘… and if I see you huffin’ and puffin’ …’
‘… you seem like the type of guy to me that’ll honk his horn, wave and drive past … haha!’, neem ik over.
‘Haha! No, now that I know you, I might consider pulling over and ask you how you are.’

Foto’s

11 Reacties

  1. Marco:
    27 mei 2018
    Wat een avontuur in dat park
  2. Jenny:
    27 mei 2018
    Still reads like a movie, Bo! 🎬 Zo bijzonder hoe behulpzaam de mensen zijn die je onderweg tegenkomt! Heb je De Revenant gezien? Die scene met die beer heeft zwaar indruk op mij gemaakt. Wil je niet bang praten hoor! 🐻 Take care, sweetie! Geniet verder van de prachtige omgeving 🚴🏼‍♀️
  3. Albert:
    27 mei 2018
    Heerlijk om te lezen Bo, een echt (live) gebeurd boek. Prachtig prachtig, geniet van het leven !
  4. Wouter:
    27 mei 2018
    Hé, Wereldreiziger! :-) Wat een fantastisch mooi verhaal! Wat een mooi avontuur! Veel succes en geniet ervan, Bo!
  5. Greet Meihuizen:
    27 mei 2018
    Wat heb je een spannende reis Bo, en wat schrijf je goed. Voor ons komen de herinneringen weer boven, wij zagen ook ooit de Old Faithful spuiten, en iedereen: klik klik klik. Iemand zei “oh ... Kodak love this”. Het was in het predigitale tijdperk dus... Kodak bestaat niet eens meer...
  6. Gertiet:
    27 mei 2018
    27 mei Bo,leaf fanke, Do bringst ús wer hielendal yn Teteon en YelowstonePark.It grutte ferskil is dat wy mei ús fjouweren yn in auto wienen.Wy hawwe dêr ek wol omrûn mar wol mei folle mear minsken en de bizons op ôfstân. Moarn der mar wer tsjin oan fanke.Hast prachtige fotos.
    in dikke krûp fan ús beide, omke/muoike
  7. Martineke:
    27 mei 2018
    Wat heerlijk om te lezen! Alsof ik erbij ben. Zo fijn dat je elke keer weer aardige mensen tegenkomt.. ik denk dat Wayne je wel een lift gaat aanbieden ..;-) dikke zoen!
  8. Bothilde:
    27 mei 2018
    Asto al benaud bist fan bearen..... 😩
  9. Tineke:
    28 mei 2018
    Beste Bo, ik ken het volgende gedicht uit m'n hoofd:
    Black, fight back
    Brown, lay down
    White, say goodnight...
    De grizzly staat er niet tussen maar is een soort bruine beer. En nu weet ik toevallig dat je het verschil alleen kan weten als je achternagezeten wordt en in een boom klimt. Komt de beer je achterna en ben je vervolgens je onderbeen kwijt - dan was het de grizzly.

    En verder is het natuurlijk het hoogtepunt van reizen door de parken: het geluk hebben dat je wildlife spot. Hebben wij daar ook gedaan. Echt schit-te-ren-de libellen gezien;(

    Blij dat je weer in je element bent Bo. Groeten van ons allemaal.
  10. Wyneke:
    28 mei 2018
    Hee Bo, komts ek langs Jackson Hole, leit net fier fan Teton. Der wennet in freondin fan my miskien kinst der wol del of evt sliepe? (tink dat ik te let bin?)
  11. Nico:
    29 mei 2018
    Prachtig verhaal weer. “Mopperen” als je moet klimmen; jouw dialoog met de man van het dure hotel en dan ook nog beren tegenkomen. Het is niet een avonturenfilm.